Onze dochter van veertien kwam kort geleden met de mededeling dat ze wilde gaan werken. De reden hiervoor was het feit dat zij graag een nieuwe telefoon wilde en dat erg lang zou duren wanneer ze dat zou moeten sparen van haar maandelijkse zakgeld. Op zichzelf natuurlijk geen verkeerde gedachte. Dat wanneer je iets wil, je ervoor moet werken. Het meest boeiende was het gesprek daarna.
Wat dan?
Dochterlief had bedacht dat ze bij het restaurant in de buurt wel kon vragen naar een baantje. Ik vertelde haar dat je als je veertien bent niet overal mag werken. Dat in de wet staat wat wel en niet mag, en het restaurant eigenlijk geen optie was. Maar dat ze wel andere optie had als vakken vullen of bv folders of kranten bezorgen.
Echt niet.
Of ik wel begreep dat ze dat niet ging doen was haar antwoord. Waarbij ik in totale verbazing haar aankeek en vroeg waarom niet. Daar heb ik geen zin in, dat vind ik niet leuk en dan verdien ik maar heel weinig per uur. Jij doet toch ook geen werk dat je niet leuk vindt? was haar betoog. Ik stam uit de tijd dat mijn ouders “dan maak je maar zin” of “Je bent nergens te goed voor” zeiden. Maar deze uitspraken zijn duidelijk niet aan de huidige generatie pubers besteed.
Niets doen wat je niet leuk vindt.
En eigenlijk niet alleen aan onze pubers. Want wie doet er nu eigenlijk tegenwoordig nog iets waar die geen zin in heeft of dat hij/zij niet leuk vindt.
Wanneer ik teams begeleidt in hun samenwerking merk ik dat men toch best vaak de vrijheid neemt om hetgeen waar men de meerwaarde niet van ziet of hetgeen dat men minder leuk vindt te skippen. In mijn omgeving merk ik ook dat veel mensen op persoonlijk vlak sociale evenementen skippen omdat men geen zin heeft of het niet zo leuk vindt.
Dan maak je maar zin.
Wij hadden zelf afgelopen week een party waar ik in ieder geval niet erg op zat te wachten. Maar in mijn hoofd hoorde ik mijn moeder zeggen, “Dan maak je maar zin” en “niet alles draait om jou”. Sommige dingen doe je niet uitsluitend voor jezelf maar omdat je ergens onderdeel van bent of omdat het de ander bevestigd of plezier brengt. En als je er dan eenmaal bent valt het altijd weer mee.
We zijn onderdeel van iets.
Dat “onderdeel zijn van iets”, is in de samenleving en op de werkvloer op dit moment wel een uitdaging. Door onze behoefte regie te voeren op onze eigen agenda en het hybride werken zijn we misschien wat minder bezig met het collectieve belang of resultaat. Ik durf me als coach wel hardop de vraag te stellen “Zijn we niet een beetje doorgeslagen in onze zoektocht naar een groots, meeslepend, gelukkig en succesvol leven?”.
Zijn we daardoor misschien niet juist minder gelukkig of succesvol omdat we de verbinding dreigen te verliezen. Tenslotte zijn wij wie we zijn slechts in de relatie tot anderen. Want wat is succes of geluk wanneer je alleen op de wereld zou zijn. Wat zou succes of geluk zijn wanneer je het nergens meer aan kan afmeten. Wat is een groots en meeslepend leven op een verder onbewoond eiland?
Wij zijn opvoeders.
En stiekem voeden wij de volgende generatie met onze eigen gedachtes en ambitie m.b.t zelfbepaling, succes en geluk. En laten we eerlijk zijn, ook wij vullen social media met onze succes en geluk verhalen. Wordt je op de socials overspoeld met coaches die je gaan helpen nog succesvoller en nog gelukkiger te zijn. Die je helpen meer voor je zelf te kiezen en regie te houden op je eigen leven. Ja, klopt, dat doe ik ook. Maar creëren we hierdoor niet een verwijdering in onze samenleving, in onze teams of in onze families?
Even terug.
Inmiddels hoor ik mezelf tegen mijn dochter zeggen. “Je hoeft niet alles leuk te vinden om er voldoening uit te halen”. “Je bent niet alleen maar iemand als je goed presteert”. “Je hoeft niet alles meteen te hebben, je kunt ervoor sparen”. “Je moet het samen doen” “Dan maak je maar zin!”
En ik dan?
Mijn leven is niet groots en meeslepend. Ik heb geen aanzien, ben geen belangrijke pionier in mijn vakgebied. Mijn Verhalen worden maar door een paar mensen gelezen, laat staan geliked. Maar wat ik doe, doe ik goed.
Mijn bankrekening puilt niet uit ( kan ook niet met paarden) , ik zeg wel eens ja, terwijl ik nee voel. Ik gedraag me best vaak sociaal wenselijk en stel het belang van anderen wel eens voorop. Ik pas me soms aan en ik maak wel eens zin.
Het belangrijkste dat mijn geluk bepaalt is het feit dat ik gezond ben, een fijn gezin heb, me verbonden voel, tevreden en dankbaar. En hoe is dat voor jou?
Mijn dochter?
Die werkt inmiddels bij een hotel in de buurt, in de huishoudelijke dienst. Verdient ze daar de wereld? Nee hoor. Vindt ze het echt heel leuk? Volgens mij soms wel en soms niet. Het leukste voor mij is dat ze er veel van leert en het leukste voor haar is dat ze zelf heeft bepaald wat ze ging doen en waar. Maar ja…..vroeg opstaan is nog een dingetje op haar vrije dag. Ik heb geen zin hoor ik vaak als ik haar wakker maak. En ja…….wat zeg ik dan?